Dit weekend bedacht ik mij dat het niet altijd even duidelijk is wat men eigenlijk bedoelt met een welzijnsgerichte opvoeding.
Naar mijn mening is dit een opvoeding waarbij je je hond respecteert; je op een normale manier met hem communiceert (dus bv. niet afblaffen gewoon omdat het kan); én je je hond aanvaardt voor wie hij is, want net zoals mensen, heeft elke hond zijn eigen karakter.
Als je bij mij in begeleiding komt is het daarom ook nooit mijn bedoeling om je hond te gaan veranderen zodat hij helemaal aan de verwachtingen van de eigenaar zal voldoen. Als een hondenouder bij mij aan de bel trekt, en zegt: “ik wil eigenlijk de hond die ik vroeger had”, dan zeg ik: “sorry, ik ben niet de juiste persoon”.
Want welzijnsgerichte opvoeding gaat in mijn ogen echt samen met het respecteren van je hond als individu, en in hoeverre respecteer je je hond als je hem compleet wil veranderen?
Dat is het ene uiterste …
Langs de andere kant heeft de term welzijnsgerichte opvoeding voor veel mensen vaak nog een ‘kumbaya, flower power’ bijklank: we mogen nooit nee zeggen, we mogen ons nooit kwaad maken, de hond mag nooit gestraft worden. Uiteraard zal ik een hond nooit invasief straffen. Maar er is een verschil tussen een rotdag hebben en even uitvallen tegen je hond omdat het je te veel werd (you’re human after all) én je hond pijn doen, slipkettingen of stroombanden gebruiken, een tik hier, een ruk aan de lijn daar telkens je hond in jouw ogen iets doet wat niet zo aangenaam of wenselijk is. Dat is voor mij not done!
“Zou je dit ook doen bij je kind?”, vraag ik wel eens, en dan zijn heel veel mensen geshockeerd. En ik begrijp niet waarom, want als het niet oké is voor je kind, is het ook niet oké voor je hond. Zo simpel is het. Let op, ik wil dit even nuanceren: een hond is geen mens, dus probeer er ook geen mens van te maken because you will fail én je hond wordt er helemaal niet gelukkiger van door zich te moeten gedragen als een mens.
Maar er zijn wel degelijk parallellen tussen de leefwereld van honden en kinderen:
Je kan niet zeggen: “ik zie mijn kinderen doodgraag, ik wil hen op een welzijnsgerichte manier opvoeden; hen geven wat ze nodig hebben, open communiceren en hen als individuen respecteren, dus ik ga hen gewoon alles geven wat ze willen. Oh boy! De kans dat je ofwel delinquenten aan het opvoeden bent of met een losgeslagen projectiel te maken zult krijgen, is vrij reëel.
Wel, bij honden is dat niet zo anders.
Een van de basisnoden van zowel honden als mensen is de nood aan sturing en grenzen.
Een hond heeft ook grenzen nodig. In de welzijnsgerichte optiek gaat het dan vooral over welke grenzen je stelt, en is het vooral belangrijk om heel goed na te denken over waarom je bepaalde grenzen stelt én op welke manier je dat doet.
Binnen die opvatting is het essentieel dat we grenzen stellen vanuit een proactieve houding in plaats van een reactieve houding.
Wat bedoel ik hiermee?
Dat je door grenzen te stellen en management toe te passen in sociale situaties je hond tegen zichzelf beschermt omdat hij anders misschien holder de bolder in situaties terechtkomt die hij totaal niet kan handelen. Vergelijk het weer met een kind. Vanaf dat je baby zijn eerste stapjes zet, is het vanzelfsprekend dat het hele huis babyproof wordt gemaakt om te voorkomen dat je kindje zich zou kwetsen. Waarom zouden we dan bij onze honden, die intellectueel op een zelfde niveau zitten, zeggen: “hij moet zelf maar weten dat dit niet mag” of “zoek het zelf maar uit”? Makes no sense, right!
Een welzijnsgerichte opvoeding is dus niet: laat je hond het zelf maar uitzoeken en geef hem altijd en overal zijn zin. Neeee, zo werkt het niet!
Je hond heeft sturing nodig. In een welzijnsgerichte opvoeding hoef je je hond niet letterlijk bij alles te zeggen wat hij wel of niet moet doen. Maar anderzijds kan je ook niet verwachten dat hij het allemaal zelf moet uitvogelen en je totaal geen grenzen moet stellen. Het draait om een evenwicht vinden tussen je hond beschermen tegen zichzelf en hem in de mate van het mogelijk op een hondse manier maatschappelijk aanvaard gedrag aanleren.
Je wil natuurlijk niet dat je hond tegen iedereen opspringt of leert dat als hij als een dolle begint te blaffen of happen, hij krijgt wat hij wil. Maar de manier waarop we aangeven dat we dit niet tolereren, verschilt in een moderne opvoeding hemelsbreed van de traditionele aanpak. In plaats van aversieve technieken (zoals fysiek pijn doen) in te zetten, leren we je hond dat hoe hij het nu doet geen resultaat zal hebben, maar als hij bijvoorbeeld aandacht wil het volstaat om rustig zijn hoofdje op jouw knie te leggen.
Ook hier weer is management heel belangrijk. Je gaat ervoor zorgen dat je ongewenste situaties en situaties waarin je hond niet weet wat hij moet doen zoveel mogelijk voor bent.
Als je hond bijvoorbeeld in je broek begint te happen telkens jullie in de tuin rondwandelen, ga je ervoor zorgen dat hij dat niet meer kan doen. En vervolgens kan je beginnen met je hond stelselmatig ander gedrag aan te leren. Als je hond wil spelen wanneer jullie in de tuin zijn, dan pak je van zodra je buitenkomt een speeltje om samen even te spelen en klaar. Je hond heeft gekregen wat hij wou op het moment dat hij rustig was en gedrag vertoonde dat voor jou oké is.
Nuance blijft echter essentieel. Gedrag is complicated en er is een heel groot verschil tussen emotioneel gedrag en bewuste-keuze gedrag!
Als je hond in je broek hapt omdat hij met jou wil spelen in de tuin, dan is dat een no-go en ga je grenzen stellen. Maar is het hap hap hap in de tuin omdat er heel veel prikkels op hem afkomen en hij niet meer weet wat hij moet doen … Dat is iets anders! En ook dan ga je in zekere mate een grens stellen, maar dan niet om er een gevolg aan te koppelen, maar om je hond inderdaad weer tegen zichzelf te beschermen en hem te leren met die prikkels om te gaan.
Wat voor mij key is, is dat ongeacht wat je hond ook doet, je diepere vragen gaat stellen:
Waarom doet mijn hond dit nu, wat is de motivatie erachter én hoe kan ik ervoor zorgen dat mijn hond wel degelijk krijgt wat hij wil MAAR op een manier dat hij enerzijds ook leert om zichzelf wat te reguleren en je hem anderzijds toch beschermt tegen zichzelf.
Ik geef een voorbeeld:
Trekt je hond tijdens het wandelen als een gek aan de lijn omdat hij iemand dag wil zeggen en je stapt effectief vooruit. Wat denk je dan dat je hond leert … it’s not rocket science. ???? Terwijl, als je zegt “oké je mag dag zeggen van mij, maar niet op deze manier”, dan leert je hond om zichzelf wat te beheersen en op een rustigere manier met zijn enthousiasme om te gaan.
Denk ook hier weer aan de nuance, de balans: trekt je hond aan de lijn omdat hij bang is en weg wil uit een bepaalde situatie? Dat is iets heel anders! Laat hem dan in hemelsnaam trekken aan de lijn en maak dat je weg bent.
Het gaat echt om het vinden van een evenwicht: wanneer zeg je tegen je hond “dit is oké, zolang je jezelf wat onder controle houdt” versus wanneer heeft hij nood aan bescherming tegen zichzelf, wanneer heeft hij nood aan bescherming tegen zijn omgeving (bv. mensen die hem per se over zijn kopje willen aaien terwijl hij absoluut niet wil aangeraakt worden).
Conclusie: op sommige momenten kan je je hond perfect geven wat hij wil, daar is niets mis mee, maar kijk dan heel goed naar de manier waarop je dat doet. En om te voorkomen dat je altijd vanuit een reactieve positie reageert, is het belangrijk om die diepere vragen te stellen.
Op die manier kan je erachter komen hoe je je hond kan geven wat hij wil of nodig heeft (want dat is niet altijd hetzelfde!), en hem leren hoe hij zich kan gedragen in bepaalde situaties zodat het ook echt beter is voor hemzelf.
Let me know of dit allemaal een beetje duidelijk is? ????????